telefonie

Beschrijving

Telefonie ondersteunt u in interactie met uw telefoonsysteem bij het beheren van uw telefoongesprekken. Telefonie identificeert het inkomende oproepnummer en toont, indien beschikbaar, de bijbehorende naam. U kunt direct een activiteit voor deze naam invoeren of overschakelen naar de adresbeheerder.

Vereisten

TAPI-compatibele telefoonsystemen kunnen direct worden aangesloten BUSINESS vastknopen. Een geschikt telefoonsysteem met een geschikt TAPI-protocol en een geïnstalleerde TAPI-driver vanaf versie 2.1 op de clients is vereist. Wij informeren u graag over de technische details en de aansluitmogelijkheden tussen uw telefoonsysteem en de BUSINESS-Software. Om dit te doen, neemt u dat over Ondersteuningstool neem contact op met onze klantenservice.

Houd er rekening mee dat niet alle functies (ophangen, doorsturen, etc.) worden ondersteund door alle TAPI-stuurprogramma's. Voor een goede werking van de telefonie moeten ook de locatie-instellingen in het besturingssysteem correct zijn ingevuld.

Rechtenbeheer

In de Gebruikersadministratie Gebruik gedetailleerde gebruikersrechten om de beschikbaarheid van functies en de zichtbaarheid van gegevens voor de ingelogde gebruiker te beheren. De basis instellingen voor telefonie, de gebruikers die het gebruikersrecht hebben Systeembesturing weergeven zijn daartoe bevoegd.

rechten Beheerder Hoofdgebruiker Gebruiker
Rechter groep: systeem
Systeembesturing weergeven X

Programma-oproep

De telefonie wordt automatisch weergegeven voor inkomende en uitgaande oproepen. U kunt het dialoogvenster handmatig openen door op het pictogram te dubbelklikken in de Statusbalk of in het menu Programma gegevens over de inzending telefonie noemen.

De dialoog DATAflor telefonie wordt geopend.

Basis instellingen

Voor bedrijfsgerelateerd Telefonie-instellingen zijn binnen handbereik Programmaparameters beschikbaar.

Open het menu Programma gegevens en selecteer het item Programmaparameters.

In de programmaparameter 105.20.10-instellingen maak de instellingen relevant voor het bedrijf.

  • Internationaal telefoonnummer, Netnummer en Systeemverbindingsnummer worden gebruikt om lokale oproepen op te lossen. Als de TAPI-driver deze informatie niet doorgeeft, wordt deze automatisch toegevoegd voor een oplossing.
  • De Voorvoegsel voor inkomend gesprek negeert de waarde die voor het telefoonnummer wordt ingevoerd. Als daar bijvoorbeeld een 0 wordt ingevoerd en het telefoonnummer van de TAPI-driver komt in het volgende formaat: 00551506650, dan wordt de eerste 0 genegeerd tijdens het oplossen.
  • Max. Lengte van interne nummers specificeert hoe lang de extensies van het telefoonsysteem zijn, zodat de interface deze nummers niet probeert op te lossen als lokale oproepen.
  • Code buitenlijn en Doorverbinden netnummer voor lokale gesprekken kan worden genegeerd.

Voor gebruikersgerelateerde instellingen klik in het dialoogvenster DATAflor telefonie op het symbool Versnelling.
.

De dialoog Stel telefonie in wordt geopend. Maak de instellingen relevant voor de gebruiker.

  • Bij het punt lijn de juiste TAPI-regel moet worden geselecteerd. Sommige TAPI-stuurprogramma's tonen alle beschikbare lijnen van het telefoonsysteem.
  • De Code buitenlijn is bijvoorbeeld vereist als voor het telefoneren een voorloop 0 nodig is. De ingevoerde waarde wordt dan automatisch voor het nummer geplaatst.
  • Max. Lengte van interne nummers Specificeert hoe lang de interne extensies zijn, zodat er geen buitenlijn wordt verkregen.
  • locaties opent de Windows Phone-instellingen. De hier opgeslagen waarden worden gebruikt voor uitgaande lokale oproepen. Als bijvoorbeeld 0551 wordt ingevoerd in de locatiecode en 0551506650 wordt gekozen in telefonie, wordt 0551 afgebroken en wordt alleen 506650 gekozen.

Structuur



Alle inkomende en uitgaande oproepen worden in de tabel met weergegeven Datum / Tijd, Gespreksduur en Telefoonnummer weergegeven.

De verschillende telefoonsymbolen geven informatie over de status van de oproep.

Symbool Beschrijving
Inkomend, aangenomen gesprek
Uitgaande, beantwoorde oproep
Inkomende, onbeantwoorde oproep
Uitgaande, onbeantwoorde oproep

Tenzij in Adres manager het adres met telefoonnummer. van de gesprekspartner is opgeslagen, wordt de deelnemer opgeslagen met de Namen weergeven weergegeven. U kunt ook op het symbool klikken meteen een Activiteit voor adres of contact.

Met één klik op de Namen weergeven van de abonnee bel het adres of het contact in Adres manager op.

Met één klik op de Telefoonnummer. bel de deelnemer opnieuw.

Met de sneltoets Ctrl + C u kunt een of meer vermeldingen naar de Windows-cache kopiëren.

Inkomende oproepen

Voor inkomende oproepen is het telefonie automatisch geopend.

Als de beller binnen is Adres manager is opgeslagen, kunt u op het symbool klikken
bel het adres of neem direct contact op.

uitgaande oproepen

Door op een telefoonnummer in het Adres manager of door op te klikken naast een telefoonnummer in het Projectbeheer of door het telefoonnummer in te voeren. rechtstreeks in de telefonie u kunt de deelnemer bellen. Het bijbehorende telefoonnummer wordt gekozen.

De dialoog DATAflor telefonie wordt geopend.

Als de deelnemer aanwezig is Adres manager is opgeslagen, kunt u op het symbool klikken bel het adres of neem direct contact op.